hoor hoe hij zingt, zeiden de mensen
en de dichter werd omringd
door een muur van geluid
laat me eruit, schreeuwde hij
laat me eruit
maar niemand hoorde hem
hij was de gevangene van zijn eigen
stem
al zijn woorden werden stenen
en alle gaten werden gedicht
waar eerst nog licht door had geschenen
daar was de muur nu blind
toen is aan hem een engel verschenen
met een vlammend zwaard in zijn hand
met een vlammend zwaard in zijn hand
ik geef je dit land, zei deze
alleen als je heel stil kunt
wezen
voor een ieder die het horen zal
voor een ieder die het horen zal
is de stilte het hoorngeschal
dat alle muren breken zal
en hij zweeg de muur inenen