Ruimte


er gaat niets boven de ruimte
en de tijd is helemaal het einde

schuimbekte de astronoom
hij kwijnde weg aan een droom

gewekt door de klok aan de wand
zat hij rechtop in zijn luie stoel

niks aan de hand hoor, zei hij
ik voel alleen een leegte

zijn vrouw breide door
en de Melkweg bleef zichzelf

tot slagroom roeren